Sunday, January 11, 2015

OP DE TRIBUNE



‘Kijk, die Sanchez is een leuke speler, maar hij brengt niet voor het team wat hij zou moeten.’
‘Alsmaar dat trucje van tautogrammen. Nauwelijks effectief.’
‘Een showspeler.’
‘Een egoïst.’

‘Simons is wat minder spannend op het middenveld. Ja, gewoon rechtoe rechtaan kwatrijnen, maar die is veel nuttiger voor het team.’
‘Ja, dat is zo, maar hij is soms wel erg risicoloos. Altijd dat kwatrijntje breed, nooit eens een epigram in de diepte.’
‘Zag hem vorige week anders nog een epigram proberen.’
‘Hij?’
‘Leek nergens op.’
‘Kovacs kan dat wel maar die zit op de bank.’
‘Zoveel talent maar het komt er nooit uit.’
‘Hij wordt ook niet goed ingespeeld.’
‘Zeg ik nou ook altijd.’
‘Altijd kwatrijnen, soms een lofdicht. Maar daar kan hij niets mee. Laatst zag ik nog bij oude opnamen van een eenvoudige ode ineens een rondeel maken. Die zevende regel! Oh, die zevende regel was echt goddelijk.’
‘Moet ik maar eens op Youtube opzoeken.’
‘Ik heb hem ook wel eens een acrostichon uit zijn mouw zien schudden. Weliswaar een Hongaarse acrostichon maar dat is nog altijd veel meer dan de rest op dat middenveld doet, die struikelen al in een tweede regel. De Hongaarse commentatoren gingen echt uit hun dak, was echt geniaal zeiden ze.’
[Iedereen]  Oeeeeiii!!!
‘Scheelde niet veel.’
‘Had geen elegie moeten proberen, niet in die positie.’
‘Zo dichtbij het doel? Altijd een vrij vers.’
‘Een Van Ostaaijetje.’
‘Juist.’
‘Of een ode misschien.’
‘Een ode? Ben je gek?‘
‘Ik bedoel eentje met een ironische inslag. Natuur en milieu, dat soort dingen. Zonder ironie, nee, kansloos, gaat zo het doel voorbij.’
‘Maar ja, Jansen is nooit zo goed geweest in improviseren. En nou moet ie ook nog met links schrijven. Zet hem rechts, laat hem wat kwatrijntjes maken. Dat is het soort speler wat hij is. Maar links en dan zulke moeilijke verzen verwachten? In die kleine ruimte die daar is?’
[ Korte pauze. ]
‘Volgende week uit tegen Poetry United.’
‘Gaat moeilijk worden met dit team.’
‘Veel talent. Maar geen eenheid.’
‘Ik begrijp wat je bedoelt.’
‘Passen ze in met een limerick, maken ze er een hai-ku van. Geeft de een een mooie opzet voor een sonnet, wordt het een hekeldicht. Ongelooflijk. Ze denken alleen maar aan zichzelf. Ik bedoel: zo’n sonnet moet je kunnen dromen op dit niveau.’
[ Nog een pauze.]
‘Oeeiii…’
‘Oef, daar komen we goed weg.’
‘Gapend gat daar achterin…
‘Hoe hij dat naamdicht zo kan verpesten met die laatste letter?’
[ Korte pauze.]
‘Aaai… dat was een mooi epigrammetje zeg.’
‘Die Jenkins heeft wel talent.’
‘Laatst had ie een prachtig kwatrijntje met zelfspot. Hij struikelde jammer genoeg net bij het laatste woord, maar het was erg mooi bedacht: “Van de ene naar de andere kant; ik weet niet waar ik het zoeken moet; aan de linkerkant sta ik in brand; en op rechts speel ik mijn poëtisch talent bankroet.” Maar hij zei addergebroed in plaats van bankroet.’
[Scheidsrechter fluit af ]
‘Weer een gelijkspelletje.’
 ‘We hadden ook zo met lege handen kunnen staan. Als die ene ballade niet zo werd verprutst door de tegenstanders.’
‘Als hij dat ironische stukje er nou uit had gelaten... Open kans voor een tragisch einde gemist.’
‘Was vijf punten geweest, hadden we nooit meer ingehaald.’


Mijn naam is Bas van der Zon. Ik schrijf literaire komedies. Mijn debuutverhaal Het antitoerismeboekje is als epub en als paperback te krijgen via Bol.com.